Zanger en manager in een doolhof van pseudoniemen
ED KIRKEBY IN DE JAREN TWINTIG
Hans Koert
Ed Kirkeby is vooral bekend geworden als manager van Fats Waller. In een vorige blog werd vooral aandacht besteed aan deze periode in de bijdrage de eerste ontmoeting van Ed Kirkeby met Fats Waller 75-jaar geleden. Maar Ed kon, toen hij in 1978 overleed, terugkijken op een heel rijk leven in dienst van de (jazz)muziek. Vandaag meer over zijn activiteiten in de jaren twintig. Luister maar eens naar That Certain Party - Goofus Five ( dec 1925). Ed was de manager van deze band en is te horen als de persoon die de opmerkingen achter de zanger herhaalt.
Deze Goofus Five bestaat uit (waarschijnlijk) Roy Johnston, trompet - Bobby Davis, altsax - Adrian Rollini, bassax - Irving Brodsky, piano - Tommy Fellini, banjo - Herb Weil, slagwerk - Billy Jones zang en Ed Kirkeby als de tweede man achter de zanger.
Ed Kirkeby ( 1891-1978)
Ed Kirkeby is vooral bekend geworden als begeleider van Fats Waller. Hij schreef zelfs een boek over het leven van Fats, getiteld: Ain't Misbehavin'- The Story of Fats Waller door Ed Kirkeby ( 1966). In de jaren twintig was hij vooral bekend als één van de eerste opnamemanagers voor het platenlabel Columbia - Hij stond aan de wieg van de California Ramblers, één van de populairste dansbands van die dagen - ooit voortgekomen uit het obscure bandje the Merry Melody Men. University Six ( bron: http://www.redhotjazz.com/universitysix.html )
Wallace T. "Ed" Kirkeby, zoals hij voluit heette, nam al begin jaren twintig muziek op van nu volledig vergeten bands als de Superior Jazz Band, maar ook the Little Ramblers (geformeerd vanuit de veel grotere California Ramblers - één van de eerste band-in-een-band), die zich vooral richtte op het populairdere werk. De California Ramblers was toendertijd een heel populair orkest en maakte honderden opnamen - niet alleen voor Columbia maar ook voor Edison ( als het Golden Gate Orchestra). De Little Ramblers vind je terug op tientallen labels onder verschillende namen. Je moet haast een expert zijn ( of een goeie disco hebben) om al die pseudoniemen te herkennen: The Five Birmingham Babies ( op Pathé); The Goofus Five ( op Okeh); The Vagabonds (op Gennett); the University Six ( op Harmony); The Varsity Eight ( Cameo) of Ted Wallace and his Orchestra - en die naam Ted Wallace gebruikte hij regelmatig als zijn artiestennaam als zanger of, zoals ze dat toen heette crooner. Luister maar eens naar een opnamen van the Hot Air Men (weer zo'n schuilnaam!) gezongen door Ed Kirkeby getiteld Chinnin' and Chattin' With May ( Columbia) ( April 1930) - Goed is te horen dat de smaak van het publiek is veranderd: minder hot - meer sweet.
Begin jaren dertig organiseerde hij allerlei opnamesessies voor ARC, the American Record Company, een organisatie, die zich vooral bezighield met het uitbrengen van (vaak goedkope) platenlabels als Banner, Domino, Coqueror, Jewel, Romeo en zo. Ook op deze platenlabels wordt gestrooid met pseudoniemen, net als in de jaren twintig. Soms werden zelfs echte bandnamen gebruikt, hoewel die nooit één voet in de studio gezet hadden. Veel musici waren begin jaren dertig zonder inkomsten vanwege de crisis, the Great Depression en speelden maar graag voor een appel en een ei tijdens één van die snel-klaar opnamesessies. In feite deed Durium datzelfde met zijn Hit of the Week Orchestra, een studioorkest, met van de straat geplukte werkloze musici, die graag wat schnabbelden, ook al speelden ze misschien in grote, nog (net) niet failliete bands. We denken dat sommige bandleiders "hun naam verkochten" om vermeld te worden op een uit te brengen plaat - misschien waren er wat arrangementen gebruikt, maar soms niet eens dat. Voor de onderzoekers nog een hele kluif om daar eens een vinger achter te krijgen; feit is, dat ook Ed Kirkeby wellicht mee deed aan dit soort praktijken of er in ieder geval weet van moet hebben gehad.
Ed Kirkeby met James C. Johnson en Una Mae Carlisle ( december 1943) ( foto: Chris Albertson)( http://stomp-off.blogspot.com)
Ed Kirkeby stopte zijn actieve loopbaan als zanger ergens halverwege de jaren dertig en stopte al zijn energie in het managen ( van uiteraard Fats Waller.). Een enkele keer zong hij nog wel eens, zoals bij een reunieoptreden van The California Rambers. Een aantal foto's op deze pagna komen uit de collectie van Chris Albertson en laten Ed zien met prominenten tijdens de herdenkingsuitzending naar aanleiding van de dood van Fats Waller, december 1943. Zijn meest interessante zangprestaties dateren echter uit de jaren twintig.
Ed Kirkeby ( december 1943) (foto: Chris Albertson)( http://stomp-off.blogspot.com )Ed Kirkeby ( 1891 - 1978 ) is zijn levenlang actief geweest in de muziek, van 1916 tot het jaar voordat hij overleed (1977). Hij was manager van de California Ramblers (begin jaren twintig) - van de ARC-Brunswick Studio bands ( begin jaren dertig) - The Pickens Sisters ( jaren dertig) - Thomas Fats Waller ( eind jaren dertig - begin jaren veertig) tot aan Pat Flowers ( in de jaren zeventig). Hij werkte voor Columbia, Victor ( later RCA-Victor) en NBC, maar voor mij is hij vooral de manager van Fats Waller en één van de tientallen crooners uit de jaren twintig. Daarom tenslotte een nummer van de California Ramblers, getiteld Mine Oh Mine ( van een Columbia-plaat uit december 1927). Ed Kirkeby vormt samen met Sammy Fain en Artie Dunn het zangtrio.
Hans Koert
No comments:
Post a Comment