Hoe een straatschoffie uitgroeide tot een wereldster .....
LOUIS ARMSTRONGS JEUGDJAREN IN NEW ORLEANS
Hans Koert
Eén van de meest populaire jazzartiesten van alle tijden is ongetwijfeld Louis Armstrong, ook wel bekend als Satchmo. Wie herkent niet zijn raspende stem, zijn hoge tonen uit zijn trompet en zijn altijd aanwezige doekje, dat hij altijd bij de hand heeft ...... Een tijdje geleden werd ik op een filmfragment gewezen dat ik al kende vanuit een boek, maar nooit had gezien – hierover volgende week meer.
De Colored Waif's Home Brass Band. Louis vind je op de achterste rij bij het pijltje ( ca. 1910)
Louis werd geboren in New Orleans in augustus 1901 als de oudste zoon van William Armstrong en Mary Albert. William was de zoon van een voormalige slaaf. Toen Louis net geboren was, verliet zijn vader het gezin en trouwde met een andere vrouw. Louis en zijn jongere zusje Beatrice werden opgevoed door hun oma Josephine en oom Isaac. Als vijfjarige keerde hij terug naar zijn moeder en ging naar de Fisk School for Boys in New Orleans. De White Waifs' Home was een opvangcentrum voor ontspoorde blanke jeugd en het zal er in grote lijnen net zo toegegaan zijn als bij haar zwarte tegenhanger ....het Home for Colored Waifs.
Louis’ familie was arm en Louis moest al snel meewerken met het verdienen van geld om het gezin te helpen rond te komen. Hij verkocht kranten of verkocht voedsel dat overbleef van de restaurants. Zijn moeder werkte nu en dan als prostituee. Het Red Light district, Storyville, de hoerenbuurt, waar hij woonde, gaf hem de kans om in aanraking te komen met muzikanten, zoals Joe Oliver, die in Billy Phillips' 101 Ranch speelde aan de Franklin Street, maar Storyville was ook de plaats waar straatschoffies verkeerde dingen leerden.
Toen hij elf was ging hij van school en begon te zingen in een zanggroepje, waarmee hij in Storyville geld ophaalde. Een harde en moeilijke tijd. Hij vond een plek om te wonen bij de Karnofskys, een joodse familie, die in New Orleans woonde. Tijdens een oudejaarsfeest ging het mis: Louis schoot in een overmoedige bui met het pistool van zijn stiefvader in de lucht en werd opgepakt. Hij werd, omdat hij al vanwege andere akkevietjes bekend stond bij justitie, in een tehuis geplaatst, het Home for Colored Waifs, een tehuis voor jonge zwarte probleemjongeren - dakloze zwervers. Het tehuis werd geleid door Joseph Jones en zijn vrouw Manuella. Het stond op de hoek van de Conti Street en de Rosedale Drive. Alleen kleurlingen werden hier toegelaten - er was ook zo'n tehuis voor blanke probleemjeugd, the White Waifs' Home. De Franse markt in New Orleans ( ca. 1910)
Louis kwam onder de hoede van Peter Davis, die hem introduceerde in de band van het tehuis, the Waifs' Home Band, eerst op tamboerijn later op slagwerk. Misschien een wat vreemde start, maar in New Orleans was het gebruikelijk dat als je een instrument wilde leren bespelen je begon met een slaginstrument om het ritme van de New Orleans muziek in de vingers te krijgen. Na die eerste maanden kreeg hij een mellofoon, een soort Franse Hoorn en tenslotte een bügel, zeg maar een trompet zonder ventielen. Hij bleek talent te hebben en groeide uit tot de leider van de band. Joe Oliver ( 1885-1938)
Op zijn veertiende werd hij ontslagen uit het tehuis en ging eerst bij zijn vader en stiefmoeder wonen en daarna weer voor korte tijd bij zijn moeder. Hij probeerde overdag op allerlei manieren in zijn onderhoud te voorzien - 's avonds speelde hij dan in de danszalen van het Red Light district, zoals dat van Henry Ponce's. Om een lang verhaal kort te maken ........... hij werd een veelgevraagd trompettist, die het vak leerde van New Orleans musici als Buddy Petit, Kid Ory en, vooral, Joe Oliver, die zijn mentor werd. Zijn eerste opnamen voor Gennett waren met King Oliver's Creole Jazz Band ( april 1923)
Luister naar zo'n klassieker: Dippermouth Blues - 11389 ( 6 april, 1923)
Hans Koert
Als je de verhalen zoals deze over de begin jaren van de jazz graag leest - de tijd toen het woord jazz alleen nog maar dubieuze betekenissen had - toen de muziek zich nog moest ontwikkelen vanuit allerlei culturele invloeden, dan zit je met de Keep Swinging blog op de juiste plek. Vandaag over een straatschoffie, die uitgroeide tot 's werelds bekendste jazzmuzikant: Louis Armstrong, die zijn debuut op de gramofoonplaaat maakte bij Joe Oliver, bijgenaamd The King. Als je niets wilt missen zou de nieuwsbrief een goed hulpmiddel kunnen zijn: registreer.
Tekening van Joe King Oliver door R. Crumb uit het boek Heroes of Blues, Jazz & Country.
No comments:
Post a Comment